vrijdag 14 november 2008

Welkom terug

Dag IC! Geloof het of niet, maar alle verpleging is uitgerukt om me uit te zwaaien. Is dat hier de traditie? Geinig! Ik grijns wat en bedank iedereen en zwaai ook wat met een slap handje. Hierna zeil ik door de gangen op weg naar m'n eigen kamer voor de komende pak 'm beet 13 dagen. Die terugreis gaat me veel te snel. Het lijkt verdorie wel of ik een ritje in een achtbaan maak! Ik word zó duizelig dat ik begin over te geven. Ook de lift is verschrikkelijk. Waarom vliegen we in hemelsnaam ineens zo pijlsnel naar de 6de! Normaal gaat dit ding met een slakkengang! En hoe moet ik overgeven als ik me niet kan bewegen! Straks stik ik nog! De verpleegster kalmeert me, draait me op m'n zij en laat me kokhalzen in een bakje. Als ik op m'n kamer kom, zak ik weer in een diepe duisternis weg.
Denk niet dat dit lekker slapen is. Het voelt alsof je onder water getrokken wordt. Je ligt op een donkere rivierbodem. Ergens boven je is licht, maar je kunt er niet bij. Iets of iemand trekt je telkens omlaag en houdt je daar beneden. Niks geen droomloze toestand, of verkwikkende slaap. Je piekert je daar op die bodem een ongeluk! Bijvoorbeeld over je lijf. Met m'n vingers tast ik soms naar m'n buik, maar m'n vel voelt alsof het dood is. Ook m'n benen doen nog steeds niet mee. Doodeng is dat. Hemeltjelief, komt dit ooit goed? Misschien blijf ik wel een mummie voor de rest van m'n leven!
Soms word je omhoog gehaald. Bijvoorbeeld omdat er bezoek is. Ik herinner me dat Niek en Isabella er zijn. Helemaal uit Limburg, wat lief van ze! Maar je kunt er helemaal niet van genieten. Kotsen moet je. En als je klaar bent met kotsen, word je weer naar beneden getrokken, de duisternis in.

Geen opmerkingen: