vrijdag 7 mei 2010

Tijdelijk blog!

Wat een oorverdovende stilte op dit blog! Dat heeft een paar redenen. De belangrijkste: ik wil niet meer in een kankerhoekje! Ik wil er uit! Godzijdank werkt het lijf tot nu toe mee. Alle controles, nog steeds elke 3 maanden, zijn positief. Ik voel me goed en vol energie en drijf dus steeds verder weg van het onderwerp.
En dat voelt echt heerlijk.
Mijn stoma herinnert me natuurlijk wel aan alles wat achter me ligt. Maar ook hier leer ik steeds beter mee omgaan. En ik niet alleen...! Sinds begin februari is er -tot mijn stomme verbazing- een nieuwe liefde in mijn leven. Dat ik een lelijke buik heb en een stoma vindt hij heel rot voor mij, maar hij is er geen millimeter minder verliefd om. De wonderen, kortom lieve mensen, zijn de wereld nog niet uit.

Nieuw blog?
Ik mis het schrijven, en er is nog stof genoeg. En dus zin ik op een nieuw blog. Ik denk er steeds vaker aan en ben er mee bezig. Houd dus af en toe dit blog nog even in de gaten, daarin vind je als het goed is snel een nieuw adres. Tot snel dus weer!

zondag 17 januari 2010

Hé oplichter!

Situatie: een overvol La Place-restaurant in Utrecht. Samen met twee vriendinnen ga ik er lunchen. Halverwege het self-service buffet met heerlijke hapjes begin ik te lekken. ´Meisjes!´ zeg ik, `ben zo terug, even naar de plee!´. Wat een stomkop ben ik. Nou moet ik alles weer terugzetten, dienblad weer op de stapel en dan het toilet opzoeken. Niet op de tijd gelet, ik had natuurlijk ervoor moeten katheteriseren. Ach.
De toilet is aardig druk, ik leg m´n geld neer en stap het invalidentoilet in. Ja, dat was in het begin best een drempel, maar het gemak van al die ruimte en wasbakken en prullenbakken hebben me over de streep getrokken. Afijn, na het plassen draai ik het slot van de deur en stuit op een rij mensen (vooral vrouwen) die wachten voor het damestoilet. Ze kijken me als haviken aan. Daar heb je weer zo´n oplichter. Beetje op het invalidentoilet gaan plassen om de rij te ontwijken.
Eén mevrouw zegt wat iedereen denkt. Nee, ze róept wat iedereen denkt.
´Zo zo, mevrouw! U ziet er echt INVALIDE uit, hoor! Nou nou nou! Hahahaha!´.
Ik antwoord, op ongeveer dezelfde toonhoogte: ´NEE! Ik zie er ZEKER niet invalide uit, maar ik heb WEL een stoma, hoor!´. Ineens kijken alle vrouwen beschaamd een andere kant uit. De vrouw die mij wel eens even zou aanpakken, probeert zich te herstellen. `O ja??! Toch wel?! Ja, u ziet er ook zó jong uit!
´Tja, dat heb je niet voor het kiezen hé? Een prettige dag verder!´ lach ik. Nu draait de hele rij zich naar me toe. Gelukkig, ze is niet boos, hoor ik ze opgelucht denken. Ze zwaaien me met z´n allen uit. Daaaag!
(...)
Soms is het heel komisch om een stoma te hebben.

Op reportage

Vorige week zaterdag belt collega José. `Trix, kun jij samen met een fotograaf reizigers fotograferen en interviewen op station Utrecht?`. Mijn eerste reactie: `leuk!´. Tweede reactie (niet hardop):´Oeps, wat ronddwalen met een fotograaf zonder een toilet op oogafstand? Mmm.. leuke eerste uitdaging van 2010´. De eerste sessie was de oefening. Op station Utrecht weet ik namelijk het toilet echt wel te vinden. Maar toch, nog maar een paar maanden geleden moest ik iedereen waarschuwen dat ik elk moment gillend naar het toilet kon rennen. Ik had namelijk een variant van de IJslandse geisers onder m´n trui.
Twee dagen later ga ik weer op pad, met diezelfde fotograaf. Nu nemen we de trein. De opdracht: fotografeer en praat met onze geplaagde reizigers op een klein, lief, wit ondergesneeuwd station (type kerstkaart) én op het drukke Amersfoort. De opdracht die ik vervolgens mezelf stel: Trix, geen idee waar we uitkomen, maar ik vertel de fotograaf NIET dat ik een stoma heb en verder zien we wel waar het schip strandt. Lezers, jullie raden het misschien: ik heb niks hoeven zeggen, ben niet nerveus geworden en alles ging goed. Ik heb er nu al dagen een daverend goed humeur van!
Dat is trouwens niet het enige waar ik zo blij van ben: ook kreeg ik deze week uitslag van m´n 3 maands controle en alles ziet er goed uit. Dit keer was ik nog wat zenuwachtiger dan normaal: er zit een langwerpige cyste in m´n onderbuik. Jezusmina, waar komt dat stomme ding nou weer vandaan. Horenblas noemde dit de vorige keer tussen neus en lippen. En dan ga ik daar natuurlijk van wakker liggen. Weet de beste man eigenlijk wel dat ik een blaasperforatie heb gehad? Oei oei oei. Maar het ding is niet gegroeid, dus hoef ik me geen zorgen te maken. Maar we houden het in de gaten, zegt Horenblas.
Die ongerustheid, gaat dat ooit over?

woensdag 6 januari 2010

Project kanker 2008

Gisteravond twee sms´jes van m´n twee jongste zussen. `Trix, weet je al dat Sander Simons is overleden?`. Daar kreeg ik toch wel even een enorme inzinking van, kan ik jullie vertellen.
Ik kreeg in 2008 de tip om eens naar een programma van Vinger aan de pols te kijken, waarin Sander werd geïnterviewd. Ja, hij had longkanker, maar was absoluut niet van plan om daaraan dood te gaan. "Ik zie het gewoon als een project! Dit is op mijn pad gekomen, en daar gaan we met volle kracht in." Zoals hij over zijn ziekte vertelde, zo voelde ik dat precies hetzelfde. Een feest van herkenning! Toen hij bovendien vertelde dat hij daadwerkelijk een mapje met medische gegevens "kanker 2008" genoemd had, veerde ik enthousiast uit mijn stoel. Ter plekke heb ik precies hetzelfde gedaan. In mijn boekenkast staat sinds die dag ook een ordner met daarop "kanker 2008".
Sinds dat programma ben ik Sander actief gaan volgen. Hij had een radiocolumn op BNR Nieuwsradio waarin hij vertelde over zijn ziekte en zijn wederwaardigheden in het ziekenhuis. Zó positief, zó verschrikkelijk inspirerend. In die zomer van 2008 toen ik zelf bezig was met de blaasspoelingen, heb ik elke column van hem beluisterd op m'n laptop. Heel vaak heb ik moeten lachen, maar ook natuurlijk gegriezeld en m'n hart vastgehouden voor hem. En het fijne was, zijn behandelingen hadden resultaat, de tumoren werden bedwongen, verdomd: het lukte hem!
Een maand geleden hoorde ik dat de kanker was teruggekomen. Als ik me niet vergis in zijn botten. Op tv zag ik hem ineens weer, maar hij liep moeilijk en zag er ook voor het overige ziek uit. M'n maag draaide zich om. Nog steeds liet hij zich niet uit het veld slaan, midden in het leven, werkend, boeken schrijvend, gewoon helemaal meedoen. En nu is hij plots dood. Op de leeftijd van 47 jaar. Net zo oud als ik. Net zo positief en optimistisch als ik. En dan toch morsdood. Vannacht lag ik er wakker van. Potverdorie, Sander, dat was niet de afspraak! We zouden er gewoon een project van maken!
Vanochtend stond er een klein berichtje in het AD, dat daar vast met spoed ingezet was. Er werd vermeld dat Sander Simons overleden is, en dat de huisarts euthanasie gepleegd had. Goed zo, denk ik dan, de regie van het project lag nog steeds bij jou. Maar dan de zin:'Hij dreigde in een coma te raken en stapte om die reden uit het leven.' Ik grinnik boven de krant. Uit het leven stappen als je in coma raakt. Zie je het voor je? Zou journalist Sander vast ook grappig gevonden hebben.
Het kan gek gaan met projecten.